Inhoudsopgave
Waar en hoe diep moet ik de bloembollen planten?
Tips bij het planten
Wat doe ik met de bloembollen als ze zijn uitgebloeid?
Wat met de bloembollen tijdens de winter?
Welke soorten bloembollen zijn er?
Bloembollen kun je grofweg in twee grote groepen verdelen: de voorjaarsbloeiers en de zomerbloeiers. Het is daarbij belangrijk om ze op het juiste moment te planten. Voorjaarsbloeiers, zoals tulpen, krokussen en narcissen, worden van september tot december geplant, vóór de eerste nachtvorst. Deze bloembollen hebben namelijk nog een vorstperiode nodig zodat ze prachtig kunnen bloeien tijdens de lente.
Zomerbloeiers, zoals dahlia’s, lelies, alliums, begonia’s en gladiolen, plant je in de lente, tussen maart en mei. Ze houden absoluut niet van vorst, dus deze vrolijke zomerbloeiers hebben het warme voorjaar nodig om volop te kunnen stralen.
De namen van de bloembollen kunnen trouwens een beetje verwarrend zijn. Zo plant je ‘najaarsbloembollen’ in de herfst, maar bloeien ze in de lente. Terwijl de ‘voorjaarsbloembollen’ juist in het voorjaar de grond in gaan en in de zomer schitteren!
Koop hier jouw bloembollen 👇
Voorjaarsbloeiers Zomerbloeiers
Ontdek onze meest populaire groene jongens!
Waar moet ik de bloembollen planten?
Zoek een zonnig plekje uit voor de bloembollen in goed doorlatende grond. De voorjaarsbloeiers kan je gerust wel een plekje geven onder de bomen of struiken in je tuin. Ze hebben hun bloei al achter de rug tegen de tijd dat de bomen of struiken hun volle bladerdak krijgen. Zo kunnen ze toch lekker van het voorjaarszonnetje genieten!
Hoe diep moet ik de bloembollen planten?
Je kan de plantdiepte steeds op de verpakking van de bloembollen vinden. De vuistregel is dat het plantgat 2 tot 3 keer zo diep is als de hoogte van de bol. Een handige tool om dit moeiteloos te doen, is de bloembollenplanter! Plant de bloembollen ook niet te dicht op elkaar, zodat ze ruimte hebben om te groeien en bloeien. Ook de juiste plantafstand vind je makkelijk terug op de verpakking.
Tip: dankzij een bollenplantmand kan je de bollen makkelijk groeperen en samen planten. Aan het einde van het seizoen kunnen de bloembollen makkelijk opgegraven worden en binnen bewaard worden.
Tips bij het planten!
- Zorg ervoor dat het puntje van de bloembol naar omhoog wijst tijdens het planten. Daaruit zullen de bloemen groeien.
- Vermijd te natte grond, want daar houden bloembollen echt niet van. Een licht vochtige bodem is perfect, zo voorkom je dat ze gaan rotten.
- Maak de grond los met een spade of hark, zo zorg je voor een luchtige bodem en kunnen de bloembollen beter inwortelen.
- Plant je de bollen in een pot? Kies dan voor een bloempot met gaten onderin zodat overtollig water makkelijk kan weglopen. Zo gaan je bloembollen niet rotten! Vul de plantenbak eerst met een laag hydrokorrels. Deze gebakken kleikorrels zorgen voor een optimale drainage en waterverdeling. Je kan ze bovendien gewoon even afspoelen en hergebruiken.
Tip van Marcel: maak eens een bloembollenlasagne!
Hoewel de term misschien misleidend is en je aan het heerlijke Italiaanse gerecht doet denken, is deze lasagne niet eetbaar. Het idee is simpel: net zoals bij een echte lasagne, stapel je de bloembollen in laagjes. Begin onderaan met de bollen die als laatste bloeien, zoals tulpen. Daarbovenop komt een laag narcissen, en je eindigt met krokussen, die als eerste hun bloemen laten zien. Zo geniet je de hele lente van een kleurrijke, doorlopende bloei. Dit kan je natuurlijk ook doen met de zomerbloeiers, of je kan de voorjaars- en zomerbloeiers mixen in één plantenbak.
Wat doe ik met de bloembollen nadat ze uitgebloeid zijn?
Knip de verwelkte bloemen af, zo kan de plant al zijn energie opslaan in plaats van nieuwe zaden te maken. Laat de bladeren rustig vergelen en uitdrogen – ook al ziet het er niet zo fraai uit – voordat je ze kortwiekt.
En wat met de bloembollen tijdens de winter?
Omdat zomerbloeiende bloembollen vorstgevoelig zijn, kunnen ze tijdens de winter niet in de grond blijven. Wanneer ze uitgebloeid zijn en de eerste nachtvorst zich aandient, is het tijd om ze te rooien en op te bergen in hun winterverblijf. Snijd de stengels af en laat de bollen enkele dagen drogen. Daarna leg je ze op wat krantenpapier of in een doos, op een koele, droge (en vooral vorstvrije!) plek. Volgende lente kan je ze opnieuw een plekje geven in de tuin.
De voorjaarsbloeiers mogen wel lekker in de grond blijven zitten!
Tip: kies voor verwilderingsbollen voor meerjarig genot!
Verwilderingsbollen zijn bloembollen die zichzelf jaar na jaar vermeerderen en elk jaar opnieuw bloeien, zonder dat je ze hoeft uit te graven of opnieuw te planten. Zo wordt jouw tuin elk jaar wat voller en kleurrijker! Bekende soorten zijn de blauwe druifjes (Muscari), het sneeuwklokje (Galanthus), de krokus (Crocus), de bosanemoon (Anemone nemorosa), de sterhyacint (Scilla siberica)…